Grieks zonder feta
Met oud en nieuw zorgen B. en ik traditiegetrouw voor de oliebollen en aanverwante baksels. Ik kan niet zonder. Het is niet dat ik er speciaal dol op ben, maar een oudjaarsdag zonder oliebollen bakken voelt bijna net zo leeg als nieuwjaarsdag. Bovendien is het een probaat antikatermiddel, zoals overigens alle vette dingen.
Zoals de traditie dat nu eenmaal wil, bakken we traditionele bollen. Mét krenten, rozijnen en sukade voor de volwassen eters. Bleke betten, zonder toevoegingen, voor de kinderen en alle anderen ‘die niet zo van sukade houden’. En dan natuurlijk nog appelbeignets, ‘flappies’ voor de liefhebbers, friszuur en lekker klef als ze een poosje hebben gestaan. Luca is de grootste fan en kijkt er volgens zijn moeder al weken tevoren bijkans kwijlend naar uit. Voor hem bakken we een schaaltje extra.
Saai wordt zo’n traditie wel, op den duur. Daarom bakten we vorig jaar loukoumades, schattige Griekse minibolletjes, die na het bakken gelijk door een siroopje met kaneel en oranjebloesemwater worden gehaald en dan door sesamzaadjes worden gerold. Ik had er goede herinneringen aan: bij een rebetikoconcert in een geweldig restaurant in Argalasti (op het schiereiland Pilion) werden ze gebakken en liefdevol uitgereikt door de mama annex kok, even hoog als breed. Ze had ook een prachtig dramatische zangstem, maar dat terzijde. Een mooie avond was het, met huilende Grieken en dansende Duitsers.
Die bolletjes dus.
“Wat zijn dat?”
“Loukoumades, Griekse oliebolletjes.”
“Oh, met feta?”
Echt waar. En niet dat ééntje het vroeg, nee, iedereen. Gek hè? Ik stond er in ieder geval nogal van te kijken. Misschien ontwikkelde ik intussen een oog voor deze rariteit, want in de Lidlfolder viel me tijdens de Griekse Weken ook de Griekse paté (ja, echt!) op. Met feta.
Hier is het recept voor de loukoumades.
Oliebollen bakken is niet moeilijk en heel gezellig als de een na de ander even een verse bol of flap bij je komt halen. Drink er alvast een bubbel bij! Daarna lekker in bad en zo ga je fris en wel de oudejaarsavond in. Zoals gezegd doen de baksels het de volgende dag ook nog prima, maar aan het eind van de middag is iedereen er echt wel klaar mee.
Vorig jaar voerden we de restjes aan de nieuwe hangbuikzwijntjes van boer Frans, die het fenomeen oliebol duidelijk nog niet kenden. De kleinste bleef, vriendelijk naar ons opkijkend, wat onwennig met het ding in de bek staan. Daardoor ontging hem de aanstormende kip, die hem in het voorbijgaan de oliebol uit de bek griste en om de hoek van de schuur verdween. Het varkentje bleef verbluft achter. Zelden zo hard gelachen op nieuwjaarsdag.