Een Surinaamse menuvolgorde, bestaat die? Ik geloof het niet. Het Groot Surinaams Kookboek geeft de traditioneel Europese indeling van voor- hoofd- en nagerecht. Dat wil zeggen: voor een feestelijk menu. Voor alledag wordt hooguit een toetje na het hoofdgerecht gegeven.
Pom is feesteten, schreef ik al eerder. Een feestelijke maaltijd bestaat ook bij Een tafel vol uit drie gangen. Vanwege de feestelijkheid, maar ook omdat het makkelijker werkt als je voor veel mensen kookt. Je kunt de voorbereidingen beter plannen en wat ook belangrijk is: zo is de kans het grootst dat alle gasten iets eten wat ze écht lekker vinden. Of ze nu van soep of van toetjes houden.
Daarom deze week een menu rondom pom, lekker zonnig eten voor koude grijze dagen. Met soep en toetje. En een paar bijgerechten, naast de rijst die vorige week al aan de orde kwam.
Vooraf: Pinda bravoe, een soep waarin de bouillon van de hanen (die in de pom gingen) zijn weg vindt. Omdat de soep als eerste gang dient, maak ik hem wat minder rijk gevuld dan hij als maaltijdsoep zou zijn.
De pom gaat vergezeld van rijst, stofoe bontjie (sperziebonen) en komro komro tapoe asing (zuur van komkommer).
Het dessert is niet speciaal Surinaams, maar wel tropisch. Het ziet er bovendien geweldig uit; blokjes en ballen noemen we het hier. De blokjes zijn kubusjes pudding van kokosmelk, de ballen lychees (meestal uit blik, maar vers kan ook). Mild van smaak, glanzend wit op wit.
En als je dan echt helemaal los wilt stream je Trafassi, onlangs op Noorderslag nog goed voor een hossende Grote Zaal. In het boek Sranan Gowtu (Surinaams Goud, 2015) lees je de tori’s over iconen uit de Surinaamse muziek.
Veel plezier!